25 april 2014
Na wat gepuzzel met de kofferinhoud kregen we donderdag beide koffers precies onder de norm voor het gewicht (23 kg). De speciale taxi die ons kwam ophalen (Snorremans, oftewel Happy Days) kwam keurig op tijd en zonder files of gedoe werden we om 9 uur bij Schiphol afgeleverd. Inchecken ging ook al volledig soepel zoals het bedoeld is, zodat we al ruim voor 10 uur door de douane waren. Kortom: stap 1 volledig naar wens volbracht. Met een voldaan gevoel konden we dan ook de laatste boodschapjes gaan doen (tijdschriften), winkeltjes kijken en koffie drinken. Nog een laatste lekker broodje van de Holland boulevard (dat brood gaan we 4 weken missen!), Waarna we naar de pier gingen om in te checken voor de lange vlucht. 8 ½ uur! Een hele lange zit. Ik heb 2 totaal verschillende films gezien: 12 years a slave en Hartenstraat en tussen de maaltijden en drankjes door ook een beetje geslapen. Eenmaal aangekomen op Chicago gingen we vlot door de douane heen, heel anders dan de vorige keer. Ze waren zelfs vriendelijk! Wel weer vingerafdrukken en irisscan afgegeven. Maar ja, we gaan er maar vanuit dat we er nooit last mee krijgen.
Het is buiten warm: 20 graden, direct kunnen de fleecevesten en jassen uit. Daar hadden we niet op gerekend!
Vervolgens de huurauto opgehaald. Geen Hertz gold member, dus dat betekent gewoon (lang) netjes op je beurt wachten. Maar wel weer een upgrade: de jongen achter de balie dacht dat onze koffers niet in de door ons gekozen Ford Focus zou passen, dus we kregen voor hetzelfde geld een Ford Fusion (bijna gelijk aan de bij ons bekende Mondeo). Dat noemen ze hier een mid-size car! Rare jongens, die Amerikanen.
Het hotel ligt op een kwartiertje rijden door de asfaltjungle. Je kan goed zien dat de winter streng is geweest. Wat een gaten n de weg! Na de koffers in de kamer te hebben gestald, gaan we op onderzoek uit waar we zaterdag de RV kunnen ophalen en daarna door naar de premium outlet in Chicago. Marcel scoort bij Levi’s 3 spijkerbroeken en ik nog een bloesje. We eten er een simpele maaltijd en zijn dan wel toe aan ons bed.
26 april 2014
We vallen snel in slaap. In verband met het tijdsverschil zijn we automatisch vroeg wakker, snel douchen en ontbijten en dan op naar Cruise America voor de RV.
Het weer is onvergelijkbaar met gisteren: er staat een hele harde wind en de temperatuur is 9 graden. Het voelt nog veel kouder aan.
Hoewel we ons gisteren nog hadden aangemeld en als tweede aan de beurt zouden zijn, nemen ze ruim de tijd en rijden we net op tijd weg om de huurauto in te leveren bij de dichtstbijzijnde Hertz vestiging. Marcel achter mij aan in de RV, en natuurlijk rijd ik er eerst voorbij. Marcel blijft daar wachten, dus als ik hem niet meer zie, weet ik wat me te doen staat: draaien! Natuurlijk direct een aantal kruisingen waar een U-turn niet is toegestaan. Omdat op een gegeven moment alleen de keuze is tussen negeren van het U-turnverbod of het opdraaien van een Interstate, is het een kwestie van even goed kijken of er geen politie in de buurt is en snel draaien. En ja hoor, 5 kruisingen verder zie ik de RV staan met Marcel er naast. Gelukkig hadden ze een zaterdagopening die een uur langer was dan normaal! Wat een gestress, en dat noemen ze vakantie!
En het werk is nog niet om: eten inslaan bij de Walmart. In de westelijke staten waar we 4 jaar geleden waren, waren die prachtig voorzien met uitgebreide keus in verse groenten en fruit. Hier is het een ander verhaal: de groente-afdeling is vergelijkbaar met een simpele campingwinkel, vlees is er nauwelijks. Wel een uitgebreid assortiment van (voor ons) onaantrekkelijke diepvriesmaaltijden, onwaarschijnlijk veel soorten patat, enorme ijstaarten, smerig brood. Kortom: we kijken onze ogen uit, maar vinden met moeite de dingen die we echt zoeken. In de middag rijden we weg, en na een paar uur rijden vinden we het welletjes: we zoeken een campground en vinden er met moeite een die al open is. De meeste gaan pas vanaf 1 mei open. We staan in Milton (Wisconsin), net onder Madison, op een campground aan een meer: Blackhawk campground. Een hele koude wind waait over het meer, de receptie is gesloten, er zijn nog weinig andere mensen en de meeste plaatsen zijn duidelijk van vaste gasten: volledig op z’n Amerikaans ingericht, met hekjes om de “stavaravans” heen, kunststof nep-konijntjes en wasberen (net weer anders dan tuinkabouters), lichtsnoeren, de hele mikmak. We voelen ons echt buitenstaanders. Hoewel de enkeling die je tegenkomt uitermate vriendelijk is, daar ligt het niet aan. Die zijn trouwens goed uitgerust met mutsen, dikke jassen en sjaals. Gelukkig heb ik ook een goede winddichte jas en wollen sokken!
Dag 1: Afgelegde afstand: 127 miles (204 km)
27 april
We hadden ons voorgenomen om echt uit te slapen, maar worden al vroeg wakker van de kletterende regen op het dak. Het blijkt 5 uur te zijn en we draaien ons nog even om. Het is echt koud en we zijn blij dat we 2 dekens hebben. Het is even moed verzamelen om op te staan. We zetten de kachel aan, maar de rookmelder is het daar niet mee eens. Voor het wassen en omkleden drukken we die steeds maar weer uit. Je kunt veiligheid ook overdrijven!
Als we na een lekker ontbijt (muesli voor Marcel en havermoutpap voor mij/lekker warm) willen gaan betalen, is de receptie om 9.30 uur nog steeds onbemand en met 2 borden “closed” uitgerust. Tja, wat doe je dan ? Dat was een goedkope overnachting.
We rijden richting Madison, en zoeken daar een andere supermarkt. We zien alleen een Walmart en gokken dat deze beter voorzien is. Maar nee, het is exact een kopie van de andere, met exact hetzelfde assortiment en zelfs exact dezelfde indeling. Bizar!
Na een kop koffie (meegenomen Douwe Egberts uit Holland, gebaseerd op ervaring) en een wel lokaal gescoord oatmeal cookie rijden we verder noordwaarts. Het weer is wisselend bewolkt met af en toe slagregens en hele harde wind. Marcel heeft af en toe moeite de RV recht op de weg te houden, vooral als we ingehaald worden door van die grote MACK’s. Wat gaan die hard! Aan het landschap is duidelijk te zien dat het een zware winter is geweest: de bomen zijn nog kaal, het gras is geel/bruin en hier en daar zien we nog plakken sneeuw liggen. Er zijn ook stukken die onder water staan en moerassig lijken. Als we de Missisipi rivier oversteken, is die indrukwekkend breed en ook met een hele sterke stroming. Toch varen er grote boten op. Bijzonder!
Rond een uur of 5 hebben we er genoeg van en zoeken een campground in Albert Lea-Austin. De KOA campings hier in Minnesota (waar we inmiddels in zitten) zijn allemaal vanaf 15 april open, dus dan maar KOA. (die zijn goed voorzien, maar ook wel erg Amerikaans met strakke indeling, RV’s keurig in het gelid naast elkaar en hier en daar een aangeplant boompje. Dan is zelfs zo’n Malle Pietje campground zoals gisteren of liever nog een natuurpark-campground toch wel te prefereren. Maar: waar is waar, ze zijn altijd wel bijzonder netjes! Jammer genoeg biksemt het en regent het dat het giet. Bovendien ligt deze campground wel heel erg dicht bij de weg (de I-90). Maar who cares: het is maar voor een nachtje! Morgen rijden we door naar South Dakota, waar we de Sioux Falls willen zien. Er wordt gewaarschuwd voor hele sterke wind, zelfs voor typhoons. Ze geven wel een heel brede zone aan waarin deze kunnen voorkomen, dus we gaan er maar vanuit dat die tornado’s vooral zuidelijker, richting Texas zullen razen.
Dag 2: Afgelegde afstand: 281 miles (452 km), totaal 408 miles (657 km)
28 april
De nacht was onrustig: het waaide zo hard dat regelmatig de RV heen en weer ging, ook met flinke windstoten. En bovendien kletterde de regen af en toe keihard. Dat maakt me een herrie op zo’n RV!
Al met al waren we dus vroeg op en na een lekker warme douche (die wind maakt het wel heel erg koud) en ontbijt vertrokken we naar Sioux Falls. Het landschap veranderde van dor prairiegras naar wat meer ontwikkelde landbouwgrond. Hele stukken zagen de boerderijen er ook beter onderhouden uit dan in Wisconsin. Maar de weg was dan wel weer hele stukken erg slecht. Van die beschadigde betonplaten die niet goed op elkaar aansluiten. En dat met een RV waarin toch wel veel dingen gezellig staan mee te rammelen. Of door de harde wind keihard meeklapperen (bijvoorbeeld het afzuigklepje van de afzuigkap). Je merkt dat dit het rijden vermoeiender maakt.
In Sioux Falls gingen we op zoek naar dé Sioux Falls. Die zouden in het stadscentrum in Falls Park liggen. Na een goede parkeerplek voor de RV gevonden te hebben, zagen we op de TomTom dat we nog wel een stukje moesten lopen. Dat betekent in Amerika altijd oppassen, want alles is berekend op auto’s en niet op wandelaars. Ook nu weer: geen bordje te zien en nadat we wat gedwaald hadden en uiteindelijk het wel hadden gevonden, zagen we dat er een speciale RV parkeerplaats vlak naast het park was! Hebben we wel onze beweging gehad (in de keiharde, koude wind en miezer regen). De watervallen zijn niet groot, maar wel bijzonder qua gesteente: 14.000 jaar geleden gevormd door een hele brede gletsjer. Het resultaat is een flink gebied met vreemd gevormde rotsen, een beetje oranjekleurig. Op z’n Amerikaans zijn daartussendoor strakke goed onderhouden grasveldjes aangelegd, wat een surrealistisch effect geeft.
Vanwege de kou en de tornadowaarschuwingen staan we vandaag op een Good Sam’s campground in Sioux Falls: degelijk, goed geoutilleerd en beschut met bomen. De kachel gebruiken we regelmatig (de rookmelder hebben we maar bedekt met een plastic zak, want die combinatie werkt gewoon niet).
Dag 3: 197,5 miles (317,7 km) totaal 605,7 miles (975 km)
29 april
Na een hele koude nacht met veel kletterbuien, die wij gelukkig onder de 2 dekens goed doorstaan, staan we vroeg op en na het ontbijt vertrekken we naar de Walmart supercenter. Die tip kregen we van Ellie en Jan gisteren: de supercenters hebben we een uitgebreid assortiment in verse groente en fruit en vlees. We slaan hier voor een paar dagen in, gooien het vlees in de vriezer en de koelkast en vertrekken naar Mitchell voor het Corn Palace. Onderweg de kachel op de hoogste stand om op te warmen. Deze staat is duidelijk wat dichter bevolkt en ontwikkeld. We zien meer akkers en ook weilanden met koeien en paarden. Het landschap verandert ook, van heel dor naar prairiegras tot af en toe zelfs groene stukken weiland.
Het Corn Palace in Mitchell is een gebouw waar zowel binnen als buiten grote decoraties zijn aangebracht die bestaan uit maïskolven. Er zijn speciale soorten gekweekt om tot 12 kleurschakeringen te komen, van gewoon lichtgeel zoals wij die kennen tot diepzwart. De kolven worden overlangs gehalveerd en vervolgens zo vastgespijkerd dat er mozaïekachtige afbeeldingen ontstaan. Heel apart! De buitenkant wordt ieder jaar volledig vernieuwd, omdat de vogels de maïs opeten. Binnen hangen foto’s van de afbeeldingen van ieder jaar, vanaf 1907. Grappig!
Hierna neem ik het stuur over van Marcel om eerst nog een stuk over de Interstate 90 te rijden en daarna via een”scenic byway” naar Pierre te rijden, de hoofdstad van South Dakota. De weg doet zijn naam eer aan want we hebben schitterende uitzichten, van heuvellandschap afgewisseld door zicht op de kronkelende Missouri. De weg is bepaald niet breed en de wind is nog steeds erg hard, waardoor het moeilijk is om netjes in je baan te blijven. Maar gelukkig is er nauwelijks ander verkeer. Bovendien zijn de Amerikanen over het algemeen erg galant in het verkeer. We zijn rond 5 uur bij Pierre en besluiten eerst maar een campground te zoeken, om morgenochtend Pierre verder te bekijken. We komen terecht op een State Park campground aan de oever van de Missouri (bij de waterkrachtcentrale), waar we samen met nog 1 andere camper de enige gasten zijn. We krijgen een plaatsje vlakbij het toilet- en douchegebouw; wel zo handig op de reusachtige, lege campground!
Dag 4: afgelegd 257,5 miles (414,4 km) totaal 863 miles (1389 km)
30 april
Na weer een koude nacht, met bijgeluiden van de power plant (waterkrachtcentrale) die bij de Oahe Dam hoort, staan we vroeg op. Al om 9 uur staan we bij het visitor centre van de Dam, die volgens het bordje om 10 uur open gaat. Gelukkig worden we gezien en de deur gaat bijzonder gastvrij open. De wind blaast je bijna van je voeten, dus we waarderen dit zeer! Interessant om te lezen dat de voornaamste reden om de dam te bouwen in 1953 was het voorkomen van de overstromingen van de Missouri die er steeds waren. Er hingen foto’s van Pierre in 1952 die vergelijkbaar zijn met onze foto’s van de watersnoodramp in 1953. Pas later is aan de dam de energiecentrale toegevoegd, die tegenwoordig heel South Dakota van energie voorziet en ook levert aan de andere staten. Onderweg hadden we ook al veel windmolens gezien, dus die Amerikanen zijn best goed bezig!
Vervolgens bezoeken we het stadje Pierre, die de mooiste capitol (regeringsgebouw van de staat) van de VS zou moeten hebben. Het is zo’n kenmerkend gebouw met een koepel (à la The White House) en inderdaad, het is binnen heel mooi en authentiek. Door de authentieke inrichting, of door het type “ambtenaren” dat er binnen loopt hangt er ook wel een erg bureaucratische sfeer. Er blijkt rond 1800 nog een hele strijd geweest te zijn tussen de plaatsen Mitchell en Pierre wie de hoofdstad van de staat South Dakota zou worden. Grappig!
Hierna rijden we via een binnendoorweg met hele harde wind (we moeten hard praten om elkaar te verstaan) naar de Badlands. Keiharde wind, vreemd gevormde gesteentes met verschillende lagen kleuren, heel bijzonder. Jammer dat het allemaal te groot is om goed op de foto te krijgen. Maar we doen ons best. Hier leven onder andere de prairie dogs, grappige marmot-achtige dieren met een staart die holen maken als grote molshopen en hier nieuwsgierig uit kijken tot je te dichtbij komt. Dan gaan ze piepen en vluchten hun hol in. In het visitor centre veel informatie opgedaan, over hoe de Badlands zijn ontstaan en eigenlijk constant nog veranderen. Het gesteente is vrij zacht en door erosie en weer aanwas door de harde wind verschuift het gebied langzaam oostwaarts (2 inches a year). We kunnen ons goed voorstellen wat een problemen de pioneers hadden om hier met hun huifkarren doorheen te komen! We hadden eerst gedacht op de campground van de Badlands te gaan staan, maar als we merken hoe keihard en snijdend koud de wind daar is, zonder enige beschutting, zoeken we verder en gaan naar de KOA camping die iets verder weg ligt en in ieder geval is omringd door bomen.
Dag 5: afgelegd 143,4 miles (230,7 km), totaal 1006,6 miles (1620 km)
1 mei
Vanochtend werden we wakker door de zon die door de raampjes scheen! We hadden de gordijntjes de laatste dagen niet allemaal dicht gedaan, omdat dat toch niet nodig was. Vandaag dus wel! We hadden heerlijk geslapen, de campground lag wel naast een weg, maar daar ging nauwelijks verkeer over. Na een goed ontbijt nog even vers water tanken en vies water lozen, de scenic byway van de Badlands door. Omdat we zo vroeg zijn, zijn er nauwelijks andere mensen. We kunnen alles rustig bekijken, als we stilstaan bij een viewpoint is het doodstil en de lichtval is prachtig. De gelaagdheid van het gesteente is goed te zien. We zien bovendien 2 keer een bighorn sheep naast de weg en ook weer een heel stuk met prairie dogs. Genieten!
Als we de Badlands weer uitrijden, komen we in het plaatsje Wall. Al vanaf dat we South Dakota binnenreden zagen we reclames langs de weg voor Wall Drug, nu zien we wat het is: het is een heel “straatje” met super Amerikaanse winkeltjes, voortgekomen uit een kleine drugstore die de eerste was met het idee om reclame te maken langs de weg om mensen aan te trekken. De koffie kost er nog steeds 5 cent, en dat is (net als het gratis ijswater) de truc om mensen te trekken die vanzelf ook andere dingen kopen. De koffie smaakt nog goed ook! We nemen er een blueberry en een applepie bij.
Erg grappig om te zien, het is helemaal in stijl opgetrokken met van die houten, overkapte trottoirs. Er staan nog paaltjes om je paard aan vast te maken, alles voor complete cowboy-outfits is te koop en souvenirs in Amerikaanse stijl te kust en te keur.
Vanuit Wall vertrekken we voor Mount Rushmore, het monument met de gezichten van de eerste 4 presidenten, gehakt in de granieten bergwand. Het staat symbool voor de vorming van de vereniging van de verschillende staten van Amerika, het vormen van de democratie en het realiseren van de gelijkheid voor alle burgers. Het is indrukwekkend groot en het informatiecentrum geeft goed weer hoe het allemaal totstand is gebracht. Wel in een sterk patriottistische sfeer, maar ja, dat is het karakter van het monument natuurlijk ook. Als tegenhanger hiervan heeft Indianenleider van de Lakota’s (Sioux) Standing Bear het inititatief genomen om ook van een legendarische indianenleider (Crazy Horse) ietsje verderop een heel groot standbeeld in de rotsen te maken. Het is nog niet voor een kwart af, alleen het hoofd is klaar, maar ook het bovenlijf en een paard moet er nog bij gemaakt worden. Omdat zuiver op basis van de toegangsprijzen en donaties wordt gewerkt, zullen ze nog wel een tijd bezig zijn. Het vistor centre is wel heel uitgebreid en interessant. Van alles over de indianencultuur is er te zien (of politiek correct: van de native Americans).
We zijn daarna doorgereden naar Custer State Park, het park waar het echte “wildlife” is. Het is gelukt om op een campground in het park te komen. De herten grazen om de camper heen. Die springen over de hekjes, wat de bizons gelukkig niet kunnen. Maar die staan ook op minder dan 100 meter afstand. Geweldig! En stil!
Dag 6: afgelegd 150,5 miles (242,20 km) totaal 1157,2 miles (1862 km)
2 mei
We slapen heerlijk rustig, er is hier echt geen enkel bijgeluid. Het is wel goed koud. We worden vroeg wakker omdat de zon naar binnen schijnt en besluiten vroeg op te staan, om ook zoveel mogelijk dieren te zien. De kachel laten we eerst even flink loeien en na een stevig ontbijt rijden we om 8 uur de Wildlife loop road op. Al snel zien we een stel bizons, daarna white tail deer: schattig kleine hertjes met een grote witte staart die als een vlag wappert als ze rennen. We zien op een open veld ook nog een aantal antilopen, waarvan 2 jonge exemplaren elkaars krachten meten (horens tegen elkaar drukken) en ook een soort wedstrijden doen wie het hardste kan rennen. Schitterend! Als we doorrijden komen we bij het startpunt van de prairie trail: een rondwandeling die volgens het boekje 2-3 uur zou duren. We lopen afwisselend door stukken met bomen en stukken met prairiegras en zien onderweg veel plakkaten van bizons en keuteltjes van herten of antilopen, maar de echte beesten komen we niet tegen. Al met al niet zo erg, want oog in oog met zo’n kanjer van een bizon lijkt me niet zo’n feest. Iets later dan een uurtje zijn we terug bij de RV en rijden verder het park uit en naar Custer, echt zo’n Amerikaans plaatsje met een brede weg omringd door winkels met van die “veranda’s”. We drinken er koffie en halen broodjes in de plaatselijk bakery.
Vanuit Custer rijden we binnendoor naar de Devil’s Tower. Er staan waarschuwingsborden dat voertuigen breder dan 11 feet niet over de weg kunnen, in verband met werkzaamheden. Onze RV is niet zo breed, dus we rijden door. Verschillende keren moeten we stoppen en rijden we in een sliert achter een begeleidingsauto aan over stukken onverharde weg, langs de werkzaamheden. We vinden het prachtig, kijken onze ogen uit naar het wegenbouwmaterieel van die Amerikanen. Alles is hier groot, maar dit is echt “huge”! En ook zo leuk: een deel wordt ook bediend door vrouwen. Dat zie je bij ons toch nauwelijks. Op een gegeven moment moeten we vlak langs een kanjer van een dumper. De wielen zijn bijna net zo groot als onze RV hoog is. Machtig!!
We rijden inmiddels in Wyoming, en je ziet het landschap veranderen. We rijden door stukken waar nog veel sneeuw ligt, de temperatuur zakt ook weer. Het landschap lijkt hier wat Scandinavisch: veel naaldbomen op glooiende heuvels. De Devil’s Tower is een enorm grote rots die helemaal boven de rest van het landschap uitsteekt. Door de indianen als heilige plaats beschouwd en door de Amerikanen als nationaal monument bestempeld. Imposant, al van een grote afstand zie je hem liggen en als je er naar toe rijdt, verbaas je je over de werkelijke grootte. We maken een wandeling rondom de Devil’s Tower en leren dat hij waarschijnlijk miljoenen jaren geleden is ontstaan door gestolde lava onder het aardoppervlak, waarna dit deel als enige niet door erosie is afgesleten.
Als we weer uit het park rijden willen we op de KOA campground staan, maar die blijkt nog dicht te zijn voor het seizoen (gaat pas 15 mei open). Het terrein is wel open en er staan meer RV’s op, dus we zijn zo brutaal er ook maar op te gaan staan.
Dag 7 afgelegd 144,2 miles (232,06 km) totaal 1301,3 miles (2094 km)