Noordkaap week 3

Dag 18: maandag 9 juli 2018

We staan op tijd op, met de intentie om richting Lofoten te gaan. Het is helder weer en we rijden langs de Noordelijke fjorden. Verschillende keren draaien we een bocht om en worden verrast door een blik op een fjord met op de achtergrond hoge, staalgrijze bergen met sneeuw op de toppen. Dan weer zijn de bergen iets lager en bedekt met dicht naaldos. Als dat weerspiegelt in een fjord, word je ook wel stil. We hebben ook verschillende lange tunnels. Enkele oude zijn behoorlijk smal, met oneffen wanden. Als je dan een vrachtwagen als tegenligger hebt, komt het aan op je stuurmanskunst. Even onder Breivik gaan we over de Tjeldsundbrua. Verbazingwekkend iel ziet hij er uit. We zien er vrachtwagens en campers over rijden en dat zullen niet de eerste zijn, dus hij moet ons ook houden.

Aan de overkant zitten we dus op het eerste eiland van de Lofoten: Hinnøya. De weg loopt langs de kust en we zien daar ook aan de overkant de andere eilanden liggen, met hoge bergen. Het is hier zoeken naar een camping, waardoor we een stuk verder op het eiland terecht komen dan we eerst dachten. De camping ligt langs een fjord (Gullesfjord): mooi gelegen. De voorzieningen zijn wel wat rudimentair en qua capaciteit beperkt, zodat we geen twijfel hebben om de volgende dag weer verder te trekken. Camping Gullesfjord in Vatvoll.

Gereden km’s: 331 km.

Dag 19: Dinsdag 10 juli 2018

In de campinggids hebben we een goede camping gezien in Kabelvåg. Dat ligt vlakbij Svolvaer, de hoofdstad van de Lofoten. Daar moet ook het toeristenbureau zitten, altijd handig. We gaan weer door een flink aantal tunnels en over een mooie brug naar het volgende eiland. De camping is mooi, met goede voorzieningen. De ontvangst is uiterst Noors: beleefd, maar stug. Geen vriendelijk woord gehoord, alleen instructies op een lichte commandotoon. De plaats wordt aangewezen… Tja, misschien moet ik bij het uitchecken nog wat tips geven over gastvrijheid en klantvriendelijkheid. We plaatsten de caravan op de toegewezen plek en gaan Kabelvåg bekijken. Het stadje zelf bestaat merendeels uit houten huizen, in een stijl die we herkennen van de Zuid-Noorse vissersplaatsjes. Straatjes een beetje schots en scheef en huizen van verschillende groottes en in verschillende kleuren geverfd geven een romantisch straatbeeld. Hier is ook de Lofotenkathedraal: een grote, lichtgele houten kerk. Hij ligt op een uitstekend stuk grond in de zee, omringd door hoge bergen. Vooral dat maakt hem mooi. Op z’n Noors wordt voor de entree geld gevraagd. Wij volstaan met het even naar binnen kijken. Heel bijzonder is het interieur niet, voor ons niet het entreegeld waard. Hierna gaan we naar Svolvaer. Duidelijk een bedrijvig stadje: de veerboot naar het vasteland vertrekt hier, er is een vissershaven, een grote scheepswerf en bovendien een flink hoogstmodern winkelcentrum. Al met al zo modern dat het een beetje zielloos is.   We kunnen er wel goed lunchen: in een gezellige konditori eten we lekkere broodjes (zalm en gerookte kip). Er hangt wel een Noors prijskaartje aan: voor 2 broodjes en 2 glazen sinaasappelsap betalen we bijna 30 euro! ’s Middags rijden we nog over het buureiland Grimsøya. Zonder caravan kunnen we kleine weggetjes daar nemen. We hadden verwacht een vrijwel onbewoond eilandje te zien, maar er staan toch nog een aantal hele mooie huizen op. In het midden staan weer hoge bergen, en de velden rond de huizen staan vol met fluitekruid en gele en paarse bloemen. Er blijkt zelfs een golfbaan te zijn aangelegd!

 

 

 

 

Gereden km’s: 88 km

Dag 20 Woensdag 11 juli 2018

Het is helder en een vrolijk zonnetje. We gaan naar Henningsvaer, een havenstadje waarvan in ieder geval de rit er naar toe al zeer de moeite waard zou moeten zijn. Dat blijkt inderdaad zo te zijn: we rijden op een smalle weg naar de punt van het eiland waar Henningsvaer aan ligt. De weg wemelt van de uitzichtspunten, en dat is niet voor niets: we zien ófwel de hoge bergen die steil naar de kust aflopen, of voor de kust nog kleine rotseilandjes. En dat alles begrensd door helder blauw zeewater. Het is fris (zo’n 12 graden), maar door de zon is het toch lekker. Het plaatsje blijkt echt een oud vissersdorp te zijn. Veel houten huizen, oude opslagschuren voor de vis en nog een mooi jachthaventje. Er zijn ook een aantal vissersboten die nu gebruikt worden voor excursies. Het blijkt dat de moderne visvangst veel grootscheepser gaat (letterlijk) dan zo’n 20 jaar geleden, waardoor plaatsjes als Henningsvaer hun functie voor de  visvangst zijn verloren. Gelukkig is hier het toerisme voor in de plaats gekomen. De oude visserhuisjes (rorbuer/ origineel danwel nagemaakt)  zijn in trek als vakantiewoningen, er worden excursies georganiseerd etc. We zijn vroeg en kunnen nog rustig rondlopen in het plaatsje. Hierna gaan we naar het Lofotenmuseum in Koningvaer, waar een aantal oude vissershuizen zijn te bezichtigen  zoals deze er in de loop van de jaren uitzagen in de periode van ongeveer 1700 tot 1950. Er zijn 2 botenloodsen met voorbeelden van de boten waarmee de vissers de zee op gingen. Ongelofelijk: dat was tot begin 1900 gewoon met roeiboten die een heel klein zeiltje hadden. En dan wetende dat het hier behoorlijk kan spoken op zee! Er is ook een koopmanshuis uit de 18e eeuw met nog originele meubels. Hier draait een film over de vuurtorens van Noorwegen. Ongelofelijk hoe vroeger gezinnen daar jarenlang verbleven  op die minimale eilandjes en hoe die zich in leven hielden. Wat een leven!

 

 

 

 

 

 

 

 

Gereden km’s: 80 km (omgeving Kabelvag)

Dag 21: donderdag 12 juli 2018

De lucht is weer helder blauw als we wakker worden. We gaan vandaag verder rijden naar een volgend eiland (we zitten nu op Austvagøy en gaan dan naar Vestvagøy). Als einddoel typen we een camping daar in die aan het strand moet liggen. We zien wel hoe ver we komen.  Het eerste stuk is weer prachtig zoals inmiddels bekend. Als we de brug over zijn naar Vestvagøy zitten we ineens in ander weer: toen we vertrokken was het helder en 16 graden, nu zitten we ineens in de wolken en daalt de temperatuur naar 10,5 graden. Het landschap lijkt dan direct toch iets minder. Gelukkig is op dit eiland het Vikingmuseum. Dat is georganiseerd rond de hier gevonden resten van een Viking nederzetting. Het grootste gebouw (van de Viking hoofdman en zijn grote gezin) heeft men gereconstrueerd. Het is ongeveer 85 meter lang en 8 meter breed, in de vorm van een schip en met drakenkoppen aan de dakpunten. Er is heel veel uitleg (via een Engelse audio guide) over de Viking cultuur en het geloof. En een tentoonstelling van belangrijke gevonden gebruiksvoorwerpen en sieraden bij de opgravingen. Er hebben hier 3 van dergelijke gebouwen gestaan, de overige 2 zijn iets kleiner en daarvan zie je alleen de contouren van het fundament. Ze hebben het leuk gedaan: er staan buiten ook dieren die in de tijd van de Vikingen als huisdier werden gehouden: zwijntjes, koeien, paarden. Het personeel loopt in Viking kleding rond, en er worden ook demonstraties gegeven van de ambachten uit die tijd: houtsnijwerk, leerbewerking (schoenen maken), wol kaarden, spinnen en weven.  Echt een interessant museum, met informatie op maat: je kunt zelf bepalen hoeveel items je beluistert op de guide (smartphone, wifi en museumsite).
Het weer is nog niet veel opgeknapt, dus we rijden door. Ons doel voor vandaag is Ramberg. Als we daar aankomen, zien we dat het plaatsje wel leuk is, maar vooral als badplaats. Er is een mooi wit strandje en de zee ziet er mooi helder blauw uit. (op zonnige dagen schijnt het azuurblauw te zijn). Maar met dit weer is het toch echt minder aantrekkelijk. We besluiten door te rijden en onderweg op te letten op campings. Dat zijn er niet zo veel, waardoor we vanzelf via het eiland Flakstadøya belanden op het onderste eiland Moskenesøya. In het plaatsje Moskenes: vertrekt de ferry naar het vaste land, naar Bodø. Het weer is inmiddels opgeklaard. Of het nou alleen hier aan ligt? Dit eiland lijkt weer veel mooier. Hier zien we hele kleine vissersplaatsjes met de typische rorbue (rode houten vissershuisjes op palen in het water) tegen een decor van hoge bergen die direct uit de zee oprijzen. Tussendoor staan dan de rekken met stokvis te drogen. Mooi! Overigens zijn dat in dit seizoen alleen de koppen: een beetje luguber gezicht, die gedroogde vissekoppen die je aanstaren; als de wind er doorheen waait klepperen ze tegen elkaar, brr…).  De camping, Moskenes camping, ligt vlakbij de kade van de ferry. Daar gaan we staan en we verdiepen ons in de vertrektijden. ’s avonds is de camping helemaal vol is: zelfs motoren met kleine tentjes worden weggestuurd. Dat maakt dat wij maar gaan gokken op de eerste ferry van 7 uur ’s ochtends  (6 uur inchecken betekent dat, haha!)

Gereden km’s: 158 km

Dag 22: vrijdag 13 juli 2018

Na een enigszins onrustige nacht omdat er allerlei mensen nog probeerden op de camping te komen, worden we om 5 uur wakker en gaan in de rij voor de ferry staan. Dan is de kans het grootst dat we mee kunnen om 7 uur. In de rij maken we thee en ontbijten we in de caravan. Het is bewolkt weer en nog fris: 6 graden Celsius! Dit zijn van die momenten dat je blij bent met je caravan, als je anderen in hun auto ziet blauwbekken. Er gaat ook een Duitse hotelbus mee: deze bus heeft een hoge opbouw waarin kleine raampjes zitten. Dit zijn allemaal kleine slaapcabines. Ik ken het concept, maar het lijkt me helemaal niets! Daarnaast staat er een grote vrachtwagen met 2 laadbakken in de rij. Die blijken gevuld te zijn met vuilnis! Zodra we op de boot staan en uitstappen, vergaan we van de stank. Het afval van de Lofoten wordt dus via de ferry naar de vaste wal gebracht! We varen ruim 3 uur. Door het weer hebben we niet veel uitzicht, behalve bij de kleine eilandengroepen waar we tussendoor varen. Dit zijn eilandjes waar een handjevol huizen op staat. Een apart leven heb je dan, zo afgelegen: waar leef je van? Als we aankomen in Bodø koersen we richting de Saltstraumen. Dat is een flinke vernauwing tussen 2 fjorden waardoor er de krachtigste getijdenstroming ter wereld is: iedere 6 uur stroomt hier 400 miljoen m₃ met een snelheid van 20 knopen door de 150 meter brede zee-engte. We staan er aan de kant met een hoop andere mensen naar te kijken: je ziet het water razen, je ziet draaikolken, het water schuimt en dondert. Het is indrukwekkend. Wat je ook ziet is een groot aantal sportvissers die achter elkaar flinke vissen uit het water halen. De hengel hoeft maar even uitgeworpen te worden en 9 van de 10 keer zit er een flinke vis aan. Het weer is inmiddels verandert naar een lekker zonnetje. Hierna rijden we verder en zoeken naar een mooi plaatsje om in de natuur te staan. We gaan daarvoor even van de E6 af, maar komen dan op een steile weg tussen dicht naaldwoud, waar geen zijwegen zijn die zich lenen voor een overnachting. Dan toch maar weer koersen op een camping. Die liggen hier veelal direct aan de E 6 en dat is niet echt idyllisch te noemen. We overnachten op een camping in Rokland, Nordnes camping.

Gereden km’s: 140 km.

Dag 23: zaterdag 14 juli 2018

Gisteren werd het tegen de avond nog heel mooi weer, zodat we in het zonnetje konden zitten. Vanochtend was de lucht grijs en toen we op pad gingen, hingen de wolken laag over de bergen, als plukken watten. De omgeving is heel mooi: de E6 loopt hier tussen 2 natuurparken in: het Junkerdal in het Oosten en Svartisen in het Westen. Je ziet dat ook aan het aantal stopplaatsen en plekken waar campers bivak houden.
We maken een stop bij het Polar Circle Centre: hier gaan we de poolcirkel weer over. Bij dit centrum staat een gedenkteken voor de gevallenen uit de 2e wereldoorlog en verder is er niet veel bijzonders. We drinken er koffie en trekken weer verder. Inmiddels is de zon ook gaan schijnen. We rijden in een apart landschap: op 600 meter hoogte groeien geen bomen meer, we zien glooiende bergen om ons heen met sneeuwbedekte toppen en verder velden met rotsen en kleine struikachtige planten.
Ons doel voor vandaag is een camping iets onder de plaats Mo I Rana, Yttervik camping in Dalsgrenda. Van hieruit rijden we weer een stukje terug voor een bezoek aan de Svartisen gletsjer. Het is de op één na grootste gletsjer van Noorwegen en je kunt hem bereiken door eerst met een boot over Svartisen meer te varen en dan nog een wandeling te maken van ruim 3 km. Dat zien we wel zitten, dus na installeren van de caravan gaan we op pad. We moeten ook nog even tanken en beginnen dan aan de rit van 35 km naar het beginpunt van de boot. Als we aankomen is het kwart voor 3. Er is een klein kioskje bij en we vermoeden dat we daar kaarten moeten kopen. Als we dat vragen, krijgen we als antwoord dat de laatste vaart van de dag al is geweest, om 14 uur ! We balen en lopen nog naar de steiger, waar het vaartschema hangt. Als we daar staan te kijken, komen er nog een stel toeristen aan. De dame die bij het bootgebeuren hoort, komt naar ons toe en zegt dat als er een gezelschap van minstens 8 mensen is, ze nog een boot laten varen om 15.30 uur. Er moeten dus nog 2 mensen bij komen. We besluiten af te wachten. En ja hoor, om 10  voor half 4 komt er een jong Duits stel aanlopen! Het bootje gaat varen, en we arriveren om kwart voor 4 aan de overkant van het meer. Afgesproken wordt, dat we om half 7 terug moeten zijn, dan haalt hij ons weer op.
De wandeling gaat pittig tegen de berg op, met links van ons een fraaie, brede waterval. We moeten enkele stukken klauteren, maar na een uur lopen zien we eindelijk het begin van de gletsjer: een heel dik pak wit-blauwig ijs. Als we verder lopen, dringt de gigantische omvang van dit gevaarte tot ons door: het ijs is gemiddeld 1500 meter hoog, hier op zijn uiteinde uiteraard wat minder, maar dan nog! Als je omhoog kijkt, zie je de hele berg tot bovenaan toe met het ijspakket bedekt zijn. We nemen de indruk goed in ons op en lopen terug. Op de terugweg lopen we ook nog even naar de waterval toe. Die blijkt ondergronds (in de berg) te ontspringen en via een gat in de rots naar buiten te komen. Een spectaculair gezicht!
We zijn rond kwart over 6 terug bij de aanlegsteiger van het bootje. Daar vandaan zien we de boot al onze kant op komen. De zon doet nog steeds zijn best, af en toe afgewisseld door een paar wolken. We vinden dat we een prachtige dag hebben gehad!

Gereden km’s: 147 km.

Dag 24, zondag 15 juli

Het plan is om een flink aantal kilometers te maken naar het Zuiden. We rijden eerst naar Mosjoen, met het plan daar koffie te drinken. Deze stad zou een heel leuk oud centrum hebben met houten huizen die bewoond worden, maar ook gebruikt voor galleries en gezellige cafeetjes. Dat klopt op zich allemaal, alleen moet je er niet op zondag komen. Dan is werkelijk alles dicht. Er lopen meerdere toeristen rond, allemaal op zoek naar iets dat open is. We maken daarom maar koffie in de caravan en ontwikkelen een plan voor deze stad “met mogelijkheden”: een schema waarin de cafeetjes bij toerbeurt open zijn op de zondag, met duidelijke aanwijzingen voor de toeristen waar die te vinden zijn. Maar of we daar een gewillig oor voor vinden? We rijden door en komen op de Saga weg, die hier begint en eindigt aan de Zweedse Botnische kust. Prachtig is dit deel, met aan onze rechterhand het Lomsdal-Visten nationale park: hoge bergen, wij rijden zelf op 600 meter hoogte en zien geen bomen, wel glooiende heuvels. Als we verder rijden wordt de weg smal. We hebben dan links het Borgefjell nasjonalpark. Middelhoge bergen vol met naaldbomen in alle kleuren groen. Zelfs met deze bewolking is het prachtig! Er wordt aan hele grote stukken van de E6 gewerkt. We krijgen dan omleidingen met hobbels, hele smalle gedeeltes en scherpe bochten. Uiteindelijk komen we bij Namskogan familiepark: een park met een groot speelgedeelte voor kinderen, maar ook met 150 dieren die voorkomen in Noord-Noorwegen. We zien rendieren (maar die hebben we al heel veel gezien natuurlijk), beren, wolven, vossen en een vrouwtjes-eland met een kalf (lief!). Het park is zo ingedeeld dat de beesten veel ruimte hebben in een groot gebied en de mensen er om heen geleid worden. Dat maakt dat we een paar dieren niet kunnen spotten: de poolvossen en de veelvraat (wolverine). Die had ik graag ook gezien, maar kennelijk hadden die er vandaag geen zin in om bekeken te worden. Het is trouwens inmiddels opgeklaard en met de heldere lucht is het 22 graden geworden (toen we wegreden was dat 14 graden).  Dat klopt met de verwachting: de komende dagen worden nog veel hogere temperaturen verwacht! Na het  dierenpark rijden we nog een stukje verder en zoeken een mooie camping op die niet aan de E6 ligt, maar aan een B-weg die een boogje onder de E6 doormaakt. Op de kaart is het een smal wit weggetje, dus we knijpen hem enigszins. Maar het blijkt een prima alsfalt weg te zijn die breder is dan menig stuk E6! De camping is heel mooi gelegen, vlakbij een heel groot meer. Hij wordt hoofdzakelijk bevolkt door Noren met vaste plaatsen, grote caravans  die gecombineerd worden met ófwel een grote voortent, ófwel een vaste aanbouw waarin eigen sanitair zit: Strindmoen gard & camping in Snasa.

Gereden km’s: 327

Gerelateerde Afbeeldingen: