Dag 1-Vrijdag 9 juni
We gingen iets later weg dan gepland, om niet te stressen. Half 10, Marcel inmiddels doorweekt van de regen en eerst maar van broek gewisseld. Die regen heeft de hele dag aangehouden, in wisselende hevigheid. Dus: koffie drinken, jas aan, capuchon op, snel heen en weer rennen, idem dito de plaspauzes en lunch. Het verkeer was ook druk. Rond 4 uur veel file rond Hamburg. Eindelijk kwamen we om half 7 aan in Bad Bramstedt. Pas daar hield het op met regenen. De receptie was gesloten, dus maar bellen. De eigenaar kwam aanlopen, hij zat aan het avondeten. Maar dat had geen negatief effect op zijn humeur. Hij informeerde naar de reis, naar Marcels beroep (waarom niet naar het mijne??, dat heb ik maar genegeerd) en complimenteerde ons met de auto. Helemaal toen hij hoorde dat die 3 dagen oud was. Hij hielp met aanwijzingen geven voor de plaatsing van de caravan, afkoppelen, tips geven etc. Hij adviseerde ook een goed restaurant, waar je voor 10 euro goede schnitzel kon krijgen, of pizza, of wat je maar wilde. Daar zijn we gaan eten en hij had gelijk. Marcel nam de schnitzel, ik een vegetarisch ovengerecht. Allebei prima! Het restaurant had een houtoven en een kaart met een mix van de typisch Duitse keuken, Italiaans en Grieks. Heel grappig. Eenmaal terug bij de camping hebben we snel ons bedje opgezocht.
Gereden km’s: 520 km.
Dag 2-Zaterdag 10 juni“
We waren vroeg wakker, Marcel ging broodjes halen bij de bakker (we hadden gezien dat die al om 5 uur open ging). Na een lekker ontbijt weer aankoppelen om 9 uur, weer met hulp van de campingeigenaar. Hij maande ons relaxed te doen, het was maar 475 km van Bad Bramstedt naar Hirtshals!
Maar met een caravan rijd je toch een stuk minder hard, dus wij gingen op pad. Marcel had al snel zo erg last van zijn rug dat ik het stuur overnam. Voor de grens naar Denemarken stond file, omdat er extra werd gecontroleerd. Maar goed dat ik reed, dat koppelen is niet zo goed met rugpijn! Gelukkig regende het niet meer zo hard. We hebben 2 keer gestopt, voor koffie en later voor de lunch (zelf gemaakt met het lekkere Duitse brood). Het Deense landschap lijkt heel erg op Nederland en sommige stukken op Noord Frankrijk (heuvels met bomen). Hoe Noordelijker we kwamen, hoe stiller de weg. Dat maakt je concentreren ook weer moeilijk. Het laatste stukje in Hirtshals nam Marcel het stuur weer over, om 16.30 de camping op te rijden. We konden het laatste plekje met uitzicht op de zee krijgen. We zetten de caravan aangekoppeld weg, met de achterkant naar de zee. We konden vanaf onze bankjes de zee zien. Verschillende veerboten zagen we af en aan gaan. Voordat we eten gingen maken zijn we eerst een stuk gaan lopen, de haven bekijken en het plaatsje Hirtshals (niets aan). Ook even bekeken waar we de volgende ochtend om 8 uur moesten inchecken en onboarden. Het waaide stevig, en af en toe viel er weer regen uit de lucht. Onze bootlaarzen kwamen goed van pas!
Denemarken – Hirtshals
Dag 3-zondag 11 juni
Om half 7 de eerste wekker, om kwart voor 7 de tweede. Vanaf 7 uur kon je verse broodjes krijgen bij de receptie. Die roken lekker! En zo smaakten ze ook. De afwas bewaard voor de avond, de vuilwatertank leeggooien en de elektriciteitskabel loskoppelen en meenemen en off we go! Onze directe buren gingen iets voor ons weg, we zagen ze later aankomen bij de terminal. Waarschijnlijk een stuk omgereden. Ach, het maakt niet veel uit. De boot oprijden ging met een behoorlijk steile en smalle helling naar de eerste verdieping. In z’n 1 met behoorlijk wat gas lukt het natuurlijk wel. De helling had voor de stroefheid dikke ribbels. Echt lekker voelde dat niet, maar het ging allemaal goed. Om ons heen stonden loeiers van campers, een grote pick-up truck met auto-ambulance en een bus met een motorbootje op een trailer. Gezellig!
De boot was heel luxe, en grappig was dat er een brandoefening werd gedaan waarbij het personeel heen en weer liep met zwemvesten om, zoekend naar “slachtoffers” in de vorm van verstopte knuffels. De reddingssloepen werden ook nog uitgetest en naar beneden gelaten. Gelukkig wat afleiding, want 4,5 uur is best wel lang!
Het binnenvaren in de fjord van Langesund was prachtig: ondanks de regen was het een schitterend gezicht, al die kleurige huizen tegen de oplopende fjordenkust.
Vrij snel waren we van de boot af en na een tocht van 116 km (deels over een afsnijd-weggetje vol gaten; het deed ons aan Amerika denken) kwamen we rond 4 uur aan op de camping van Notodden, waar we na incheck de caravan snel neerzetten om direct de staafkerk van Heddal te gaan bekijken. Dat ligt 3 km van Notodden. Het is de grootste staafkerk van Noorwegen, wel deels gerenoveerd. We kregen een korte presentatie van een Noorse schone in klederdracht. Heel apart, zo’n volledig houten gebouw, waarvan de oudste delen al dateren uit de 12e eeuw. Dat die Vikingen toen al zo’n gebouw konden neerzetten met een toren van 28 meter hoog! Respect! Ze gebruikten de technieken waarmee ze ook hun Vikingschepen maakten. Compleet zonder metaal, alles met messing en groef en zwaluwstaarten en de natuurlijke werking van het hout in elkaar gezet.
Heddal – Staafkerk:
Dag 4 – Maandag 12 juni
Na het ontbijt ruimen we alles op, halen het elektriciteitssnoer in en koppelen de caravan weer aan. Deze camping in Notodden hebben we nu wel gehad: hij ligt vlak naast een klein vliegveldje en we hebben een aantal keren keihard kleine vliegtuigjes horen en zien opstijgen en landen. We gaan op weg naar Drammen, om van daaruit Oslo te bezoeken. Om kwart voor 11 zijn we daar op de camping. We checken in, zetten de caravan neer, maken even koffie en daarna gaan we direct naar Oslo. Het is lekker weer: rond de 20 graden en zonnig. Er was regen voorspeld, maar die blijft gelukkig weg. We lopen over de brede winkelstraat, Karl Johanns gate. Ondanks dat het maandag is, is het gezellig druk. We eten een broodje op een terras en zien het koninklijk paleis. Een mooi en statig gebouw. Alles hier is netjes en schoon. Je ziet dat de Noren welvarend zijn. Bij de monding van de Oslofjord (wat een bootjes! Volgens mij heeft iedere inwoner hier er eentje) staat het grote bakstenen stadhuis. Daar wordt ook jaarlijks de Nobelprijs uitgereikt. Het is een log gebouw, maar van binnen is het licht en heel mooi versierd . Iedere wand heeft een grote muurschildering.
Oude fabrieksgebouwen zijn opgeknapt en veranderd in woningen en winkelcentra met luxe winkels. Alles is hier zo duur dat de verleiding om te shoppen niet moeilijk is te weerstaan. Aan het einde van de middag gaan we weer terug naar Drammen, na ongeveer 30 euro (!) parkeergeld afgetikt te hebben. De navigatie heeft het moeilijk met alle tunnels, dus we rijden eerst even op en neer voordat we de juiste richting te pakken hebben. Die Noren zijn gek op tunnels. In Drammen is zelfs een tunnel met een rotonde er in! Het maakt de steden uiteraard wel leefbaarder als je het verkeer zoveel mogelijk onder de grond laat gaan.
Oslo: Koninklijk Paleis, Haven, Stadhuis
Gereden km’s: 175 km
Dag 5 – Dinsdag 13 juni
Vandaag worden we wakker met een vrolijk zonnetje. Het belooft een mooie dag te worden. We gaan nu met de auto naar het Vikingskiphuset in Oslo, waar 3 opgegraven Vikingschepen zijn tentoongesteld, waarvan 2 vrijwel geheel intact. Deze schepen zijn in de Vikingtijd begraven, samen met vooraanstaande Vinkingen/Vikingvrouwen. Bij die graven zijn ook veel giften mee begraven, om de overledenen te ondersteunen in hun reis naar het hiernamaals (net zoals bij de Egyptenaren en hun mummies). Er hingen kaarten waarop te zien was welke reizen de Vinkingen allemaal hebben gemaakt. Zij zijn dus al in Canada geweest, de gehele Middellandse Zee hebben zij al bereisd met alle landen er omheen, en ook delen van Rusland. Dat heeft men kunnen afleiden uit de vondsten in graven en andere opgravingen. Als je die boten ziet, hoe die gemaakt zijn, en dat ze nu nog in zo’n goede staat zijn, krijg je wel bewondering voor hun inzichten en vakmanschap. Zij moeten ook verstand hebben gehad van navigeren, van zeestromingen en sterrenkunde, anders zouden ze nooit de weg terug hebben gevonden met zulke lange reizen.
Oslo: Vikingshiphuset
Hierna hebben we het Noors Volksmuseum bezocht, grotendeels een openluchtmuseum waar heel veel originele gebouwen uit de verschillende streken van Noorwegen zijn tentoongesteld. Een staafkerk uit de 12e eeuw, veel boerderijen uit verschillende tijdperken en heel veel opslagschuren. Deze zijn ingenieus gemaakt. Alle gebouwen staan op stenen funderingen zodat het hout niet kan rotten. En de voorraadschuren op hoge pilaren, om alles goed droog te houden en zoveel mogelijk vrij van ongedierte.
Oslo: Volksmuseum
Binnen was ook een tentoonstelling over de klederdrachten van Noorwegen. Deze verschillen per streek en gaan ook met de mode mee. Nu wordt nog veel klederdracht gedragen bij bijzondere gelegenheden (feestdagen, huwelijk, doop etc). Nog 60% van de Noorse vrouwen bezit een klederdracht outfit om die bij bijzondere gelegenheden te dragen! Alle suppoosten in het museum liepen in traditionele klederdracht. Mooi om te zien.
Gereden km’s: 90 km (Oslo v.v.)
Dag 6 – Woensdag 14 juni
We vertrekken om half 10 uit Drammen, op weg naar Lillehammer. Het is een beetje grijs en bewolkt, maar gaandeweg wordt het weer beter. De uitzichten zijn prachtig: je rijdt van de ene ansichtkaart in de andere ansichtkaart!
Om 13.15 komen we aan bij de camping in Lillehammer, waar we de caravan neerzetten en installeren. Een korte inventarisatie maakt duidelijk dat dit wel een luxe camping is: de douches zien er bijna mooier uit dan bij ons thuis! Bij aankomst vonden we al dat het een “Amerikaans” effect gaf. Het enige dat duidelijk maakte dat we in Noorwegen waren, was het grasdak op het toilet- en douchegebouw. Tussen de plekken staan ook grote houten picknicktafels, typisch Amerikaans.
We wandelen van de camping naar het centrum van Lillehammer: schattige houten huizen in allerlei kleurtjes. We drinken thee en die wordt ons gebracht met een “alsjeblieft”. Het blijkt een half Nederlands/half Noorse te zijn die in Lillehammer woont. Op de een of andere manier haalt ze de Nederlanders er direct uit. Wat is dat toch? Ze kan het zelf ook niet benoemen.
Lillehammer
Als we terug zijn bij de camping gaan we de auto tanken en op zoek naar een supermarkt. We vinden een mega Coöp, die een goed assortiment heeft en we slaan voor een dag of 5 eten in.
Gereden km’s: 215 km.
Dag 7 – Donderdag 15 juni
Vandaag wil Marcel nog even kijken bij het Olympiadorp van de winterspelen 1984 en 2016 voor de jeugd voordat we weg gaan. De skischans heeft een groene landingsbaan, dus wij denken: die wordt nu niet gebruikt. Niets blijkt minder waar. Als we dichterbij komen, zien we veel mensen en horen gezoef. Het blijkt dat de schans en de landingsbaan een soort borstelbanen hebben en er wordt geoefend! Strakke jonge mannen in glimmende pakken springen er vanaf. Spectaculair om van zo dichtbij te zien. Ze gaan met een stoeltjeslift weer naar boven en zo gaat het constant door. We besluiten ook nog even bij de ijsbaan te kijken, in de hoop dat daar ook geoefend wordt. Maar die zijn buiten gebruik: er ligt geen ijs in.
Lillehammer: Olympic parc
Rond half 12 vertrekken we van de camping, richting Skabu, een camping richting Jotunheimen aan een meer. Hij zou worden gerund door Nederlanders en we hopen tips voor wandelingen te krijgen. Het is een flinke klim over een smalle weg, maar het is de moeite waard: de camping ligt prachtig aan het Olstappenmeer. We komen om kwart voor 2 aan en dat is nog net op tijd: het blijkt dat de eigenaresse voor 4 dagen weggaat, naar Telemarken, waar ze een theehuis willen beginnen. Gelukkig mogen wij gewoon op de camping staan en geeft ze ook nog tips voor wandelingen. In verband met Marcels rug doen we maar rustig aan, niet met sterk stijgen en dalen. We maken een wandeling van 2 uur door de bossen, een beetje langs de rand van het meer. Het spettert een beetje en het is hier aanmerkelijk frisser dan in Lillehammer: 14 graden. Ondanks dat is de wandeling heel mooi.
Terug op de camping maken we eten en genieten van de rust en de stilte: dit is de eerste camping waar we helemaal geen geluid van een nabijgelegen weg oid horen. Zen…….
Skabu
Gereden km’s: 115 km
Dag 8 – Vrijdag 16 juni
Als we wakker worden, komt de regen met bakken uit de hemel. En dat houdt ook niet op. Duidelijk geen weer voor een wandeling dus. We besluiten de Jotunheimenvegen te gaan rijden. Die voert dwars door het natuurgebied. Kost wel 110 NOK tol, maar dan heb je ook wat.
Het regent flink, maar af en toe is het ook droog. De donkere wolken dragen bij aan het karakter van het landschap: licht heuvelachtig, geen bomen, maar begroeid met allerlei soorten mossen en planten die ik niet vanuit Nederland herken. Een soort van toendra. In de verte zie je hoge bergen met sneeuw op de toppen. We rijden een stuk langs een uitgestrekt meer. Aan de kant staan hier en daar donkerrode houten zomerhuizen. Verder is er helemaal niets… heel af en toe komen we een tegenligger tegen. De weg is smal, dus dat is een beetje manoeuvreren om elkaar te passeren.
Aan het einde van de Jotunheimenvegen komen we weer op een hoofdweg en omdat we koffie willen, besluiten we niet dezelfde weg terug te gaan, maar in een grote cirkel om het natuurgebied heen weer richting Skabu te rijden. Het is nog even zoeken naar een restaurant of cafetaria dat open is. Maar we vinden een camping met restaurantje, naast een mooie waterval,j waar ze koffie en zelfgemaakte koek hebben. Gelukkig regent het dan even niet.
Als we denken richting Skabu nog een bochtje af te snijden via een kleine weg, komen we daar snel van terug: de weg is onverhard en staat vol met plassen. Het is dan moeilijk in te schatten hoe diep de kuilen zijn en met een gebroken as houdt de vakantiepret snel op. En maar goed ook, want de weg door het Oldal is ook prachtig: we rijden door een paar kleine plaatsjes met traditionele houten huizen en een oude kerk. Inmiddels is de regen minder geworden en is de lucht ook iets minder donker.
Gereden km’s: 196 km
Dag 9 – Zaterdag 17 juni
We beginnen de dag met een stralend blauwe lucht. Nu zien we pas goed hoe fantastisch het plekje is waar we staan: we zien nu ook alle grote bergen achter de beboste heuvels rondom het meer. En de lucht spiegelt in het gladde water. Sprookjesachtig! Eerst maar eens van genieten met een ontbijtje buiten. We besluiten vandaag een wandeling te maken naar de Skardfjellet, een uitzichtspunt van waaruit je omliggende bergen allemaal kunt zien, en waar een bronzen plakkaat is waar al die bergen staan aangegeven. Het is een klim van 800m hoogte naar 1200m, maar vrij geleidelijk, over een pad met keien dat op enkele plekken heel drassig is. Om niet tot je enkels weg te zakken, zoeken we dan zelf maar een parallel pad. Eenmaal boven worden we beloond: we zien rondom bergen, wisselend in hoogte van 1500m tot 1800m, deels nog met sneeuw bedekt. Het is inmiddels wel weer bewolkt en het wordt dan ook gelijk weer frisser.
Op de terugweg schiet er een slang over de weg: zeker 60cm lang, donker gekleurd en met een mooi zigzag patroon op z’n rug. Achter ons lopen Noren, die hem herkennen als de enige giftige slang in Noorwegen. Zij zijn enthousiast, want het schijnt dat je hem niet vaak ziet. Wij dus ook. (en blij dat ik niet gebeten ben).
Eenmaal weer bij de caravan begint het weer te regenen en betrekt de lucht. We checken de weersverwachting voor de komende dag voor het gebied waar we heen willen: Andalsnes, Alesund, Flam, etc. Het is dramatisch: koud, veel regen en harde wind. De weercijfers gaan van een 5 naar beneden tot een 2! En dat wordt de eerste 2 weken niet beter. Nog maar eens goed nadenken wat we doen. We komen er niet goed uit en met al het uitpluizen en internetten hebben we niet eens in de gaten dat het al 12 uur is. Het is ook nog licht buiten, dat maakt het wel bijzonder.
Gereden km’s: 13 km
Dag 10 – Zondag 18 juni
Als we om 8 uur wakker worden, is de lucht blauw, maar als we half 9 zitten te ontbijten betrekt de lucht al weer. We besluiten het plan te wijzigen en voor dit jaar de fjordenkust te laten voor wat die is. Hij zal er waarschijnlijk volgend jaar ook nog wel liggen. Wij trekken Oostwaarts, richting Zweden. De weersverwachting voor Zweden is aanmerkelijk beter. We zullen dan wel wat informatie moeten verzamelen en kaarten moeten kopen, maar rijden op de navigatie werkt voorlopig ook.
Om half 11 vertrekken we. We rijden door bijzonder stille dorpen en stadjes. Zondag is voor de Noren kennelijk echt nog een rustdag! Ook geen winkels die open zijn. Gelukkig wel een tankstation in Vinstra.
We rijden ten oosten van Ringebu door een prachtig gebied. We rijden op een hoogte rond 1000m, boven de boomgrens, door bijzondere vegetatie op een heuvelachtig landschap, omringd door hoge bergen. Later rijden we door bossen met naaldbomen en berken, tot we bij de camping van vandaag komen in Solenstua. In de beschrijving staat dat we in een omgeving zijn met veel rendieren. Zouden we dan de eerste gaan zien? ’s Avonds maken we nog een wandeling in de bossen bij de camping.
Gereden km’s:201 km